Peru & Ecuador 2008/2009

8 jan -12 jan: Guyaquil - Cuenca - Alausi - Baños

Op 8 jan wakker geworden in een mooi hotelletje op één van de Galapagos-eilanden.De receptie is om een oude reuzencactus heen gebouwd die door het dak steekt.Dearchitect heeft duidelijk minder affiniteit met mensen dan met planten wantop de wenteltrap stoot zelfs Jacqueline haar hoofd.Vanaf de heerlijke Galapagos-eilanden per vliegtuig naarGuayaquil: een grote drukke lelijke lawaaistad van beton, dus snel verder!

De volgende dagper bus aangekomen in Cuenca, een mooie, welvarende stad aan een rivier waar veel koloniale gebouwen bewaard zijn gebleven. Leuk hostel gevonden met onze kamer in de achtertuin. Een overvloed aanleuke restaurantjes en hippe barretjes. Overal doorkijkjes, poortjesen daarachter mooie patio´s. Liepen al dwalend het panamahoedenmuseum/-fabriekje binnen, maar zijn niet gezwicht voor de rondleid-/verkoopster, zo´n hoed past niet bij mij en al zekerniet in mijn rugzak. De mensen die mij eind december op de foto´s magerder vonden, kan ik geruststellen. Dankzij Jacqueline eet ik dubbele porties. Ze bestelt alles wegens een allergie suikervrij maar tot nu toe wordt dat niet in 1 keer goed begrepen. 'Ja maardeze flensjes zijn toch ook zonder suiker?Er zit alleen poedersuiker/jam/stroop op maar geen suiker...'. Vanuit Cuenca zijn we een dag gaan wandelen in het Cajas Parc National, een ruig berglandschap met veel meertjes op zo´n 4000m hoogte. Dus thermo-ondergoed aan en muts op! Schitterende wandeling van 5 uur gedaan. Rustig aan wegens de ijle lucht schuifelen we langslama´s, watervalletjes, vogels en een schuw konijn. Soms vergeet ik dat Jacqueline wat korter is dan ik en dus niet zulke grote stappen kan zetten.In een drassig gebied houdt ze daar bijna een gratismodderbad aan over als ze van een glibberige boomstam dreigt te glijden. Maarik schiet galant te hulp waardoor het probleem eigenlijk verergert, maar we houdenons met wat breakdance-reflexen nog net staande...Nou ja, je had er bij moeten zijn...

Van Cuenca noordwaarts naar het dorpje Alausi. De bus zet ons aan de hoofdweg af, het dorp ligt ergens in het dal. Het is pikdonker en mistig. We hebben nog niets gereserveerd voor de nacht. Maar zoals zo vaak deze vakantie schieten een paar Ecuadorianen ons te hulp. Ze zijn toch net klaar met het laden van het vrachtautootje met huisraad en kippen en daar passen wij best bij. Vervolgens wordt er net zolang op de ramen van een hotel gebonst tot er voor ons wordt opengedaan, we zijn onder de pannen. De volgende dag verhuizen we naar een veel mooier hotel in een historisch pandje met mooi uitzicht op de vallei. De president heeft er onlangs nog gelogeerd. De 16 dollar per nacht heb ik dan ook verkeerd verstaan, dat was 60. Toch nog wat oefenen op die Spaanse getallen. Maar het is een toplocatie met een zeer gastvrije en behulpzame eigenaar. En een ongehoorzame hond die Jacq begroet met een paar enthousiaste sprongenen haar frisgewassen roze shirtje vaneen zwarte hondenpotenprint voorziet. Alausi is een een rustig dorpje met hartelijke mensen die je vriendelijk gedag zeggen alsof je Jan de Gelder in Hazerswoude bent. Drie keer per week arriveren bussen en trein uit Riobamba met toeristen die de Nez de Diablo (Duivelsneus) treinrit komen doen, dat houdt in dat je op het dak van een trein (meer een bus op rails eigenlijk) een ravijn/vallei in en weer uit zigzagt. Leuk!

Vanuit Alausi per bus naar Baños. De kippen van één van de passagiers zijn nog zo klein dat ze blijkbaar niet in de bagageruimte hoeven maar mee in de bus mogen. Vrolijk getjilp en een penetrante lucht vullen de bus. Mijn raampje is vervangen door een stuk wapperend plastic dus genoeg frisse lucht. We stappen te laat uit en moeten op bus terug wachten, dusdoden we onze tijd met een lunch in een soort chauffeurscafé. Voor twee dollar nog wat een lapje door-en-door geroosterdvlees, rijst, mais, kaas, bonen, aardappelen, wat slaen een glas vruchtensap. Een zwerver mompelt wat in het Spaans en als Jacqueline op haar aardappelen wijst, knikt hij. Maar nadat de aardappelen in een plastic zakje zijn geland, blijkt hij weliswaar honger maar ook goede smaak te hebben: de bonen hoeft hij niet maar hij wijst wel het vlees en de mais aan, het wordt een compromis.

Baños ligt in een diep dal aan de voet van de Tungurahua-vulkaan. Die is de laatste maanden weer actief,een uitbarsting heeft zelfs eenhoofdweg weggevaagd. Maar volgens de Ecuadorianen is het in Baños veilig want delava stroomt aandeandere kant de krater uit.Toch mogen we de vulkaan niet beklimmen wegens kans op rondvliegend puin.Baños is een gezellig dorp met alles wat de toerist nodig heeft: mooie natuur, watervallen in overvloed, rivieren om te raften, restaurantjes, massagesalons, mountainbike/motor/quad-verhuurders en natuurlijk de vulkanische warmwaterbronnen waar het dorp naar vernoemd is.


De volgende ochtend geniet Jacqueline van een stoombad. Het stoombad bestaat uit 4 verschillende cabines waar je in wordt gezet en alleen je hoofd nog bovenuit steekt. Als Jacqueline binnenkomt zit er al een jongen naast haar. Toch best een ongemakkelijke kennismaking wanneer alleen je hoofd boven zo´n cabine uitsteekt. Het was Manuel uit Duitsland. Hij had een trimester in Quito gestudeerd. Zo kletsen ze een tijdje door totdat Manuel door de badmeester uit de cabine wordt gehaald en en met een brandslang met koud water wordt afgespoeld. Manuel was echter degene die als laatste kon lachen toen Jacqueline aan de beurt was. Je handen voor je lichaam houden hielp niet, dan werd je door de badmeester extra lang afgespoeld, brrr! Kortom, ik houd het bij de warme douche.

Na het badderen het ontbijt. We bestellen allebei de dubbele pannenkoek mèt. Dat blijken 2 pannenkoeken van 2 cm dik, met een pyramide van verse ananas en papaya overgoten met yoghurt, samen meer dan een kilo volgens mij. Ik krijg het niet op. Jacqueline wel, die eet trouwens sowieso als een dokwerker zonder zichtbaar aan te komen. Ik vermoed een geval van de Ecuadoriaanse reuzenlintworm (Wormii Lintus Anacondus).

Per mountainbike doen we de watervallenroute, extra spannend dankzij onverlichte tunnels waar ook het autoverkeer door raast, hangbruggen, kabelbanen over rivierkloven (aangelegd om de mandarijnenoogst te transporteren maar als die gringo´s daar een dollar voor willen neertellen? ¿Por qué no? Boven aan één van de watervallen zit een simpel restaurantje en het is lunchtijd. Als we gebakken forel bestellen, pakt de serveerster haar schepnet en vist er een paar uit de kweekvijver. Superverse vis, smaakt prima. Over vis gesproken, de terugweg doen we als sardientjes in blik geperst in de laadbak van een pick-up met nog 8 man en hun fietsen. Het is verbazend hoe makkelijk en snel je in Ecuador transport kunt regelen. Cuando quieras, donde quieras y por sólo un poco de dinero!

Reacties

Reacties

Patricia

He Jacq en Jasper,

Leuk om jullie avonturen te lezen. Zo te horen al behoorlijk wat meegemaakt. Geluk ben jij in de buurt Jasper om Jacq met "beide benen op de grond te houden" i.p.v. met 'r snufferd in de modder. Op zich is dat in combinatie met de warme baden best een aanrader denk ik...

Hier alles goed. Niet echt iets bijzonders te melden. De temperaturen stijgen weer wat, dus de schaatsen zijn en masse het vet weer in. Op het werk superdruk, maar what's new!?

Groetjes, Patricia

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!