Peru & Ecuador 2008/2009

Van regenwoud naar woestijnstrand

Vanmorgen naar Puerto Maldonado gevlogen, een vluchtje van een half uur waar je per bus en boot dagen over zou doen, zeker in de regentijd als de wegen slecht zijn. In Puerto Maldonado verwelkomd door gids Victor en kennis gemaakt met 2 andere gasten die vandaag naar de junglelodge gaan, Fiona en Alex uit Australie. Victor laat ons op de lokale markt even snel de verschillende groenten en vooral vruchten zien en proeven die we later in de jungle tegen zullen komen. In de haven stappen we in een rank bootje met een forse 65 pk buitenboordmotor en zo blazen we over de Rio Madre de Dios in ruim anderhalf uur naar de jungle lodge. De rivier is hier albreder dan de Maas in Rotterdam. Endit is nog maar vlak na de Andes en nog 6.000 km van de uiteindelijke mondingin de Atlantische Oceaan, dan opgegaan in de grote Amazonerivier. Onderweg zien we vlotten met pompen en filters, ze zoeken naar goud in het rivierslib. Op een goede dag haalt zo´n bootje 7 gram goudstof uit het water, maal 70 Soles is bijna 500 Soles is ongeveer 125 Euro. Niet misselijk voor Peruaanse begrippen.

De oevers zijn bijna ondoordrinbaar dichtbegroeid en uit de bomen en struiken klinkt een concert van vogels, insecten en soms apen.Voor ieder beest dat je ziet, zijn er volgens mij 100 die je niet ziet maar wel hoort.

Mijn junglelodge is een houten huis op palen, met gaas in plaats van glas dus natuurlijke aircoen heerlijke hangmatten op de veranda. Dat er tussen de tropische planten en dierennog tientallen kopieen van 'mijn' huis op het parkachtige terrein staan, geeft me een beetje een Centerparcsgevoel. Maar het park staat zo goed als leeg, in totaal zijn er zo´n 15 mensen uit allerlei landen, waaronder het duitse stel waarmee ik de Incatrail deed. Da´s leuk want we kunnen het samen goed vinden und dann bin Ich mit den Weihnachten nicht ganz allein.

´s Middags bezoek gebracht aan een eiland in de rivier waar we met dank aan de door de gids meegebrachte bananen onder andere 4 soorten apen hebben gezien. Black spider monkeys zijn erg indrukwekkend om door de bomen te zien zwaarien aan hun enorm lange armen en benen. Verder wat kleurrijke vogels, een tarantula en rijen parasolmieren, die stukjes uit een bepaald blad knippen en daar in hun nest schimmels op kweken. Tot slot wijst Victor ons het type boom aan dat vaak een nest Fire Ants in de wortels verbergt. Als je tegen deze boom tikt of schopt, komen ze naar boven en hun beten zijn niet misselijk. In sommige junglestammenwerden overspeligen naakt aan zo´n boom gebonden, je moet er maar op komen.

´s Avonds met een longtailboot met zoeklicht gaan kaaiman-spotten langs de oevers. Drie stuks gezien varierend van 1 tot bijna 2 meter schat ik. Dan zet de gids de motor uit en drijven we op de stroom terug richting de lodge. Het is stil en pikdonker, met uitzondering van de sterrenhemel. We genieten en fluisterend wijzen we elkaar sterrenbeelden (valt niet mee op het Zuidelijk Halfrond!). Maar later vertellen twee Roemeense dames dat ze het doodeng gevonden hadden zonder motor en zonder licht in een smal wiebelig bootje op het donkere water vol enge beesten zoals pirañhas, kaaimannen, anaconda´s en electric eels.

De volgende ochtend 5 uur op. Ik was al eerder wakker dankzij de brulapen, howler monkeys, die doen hun naam echt eer aan. Je hoort ze kilometers ver galmen, een onheilspellend geluid ergens tussen het geluid van een stormwind en een brullende leeuw. We gaan naar een meer in de jungle en zien onderweg veel tropische vogels waaronder ara´s, ijsvogels, parkieten (jij ook die groene uit Den Haag en omgeving), een soort vliegende kalkoenen, roofvogels etc. Victor legt uit wat de medicinale werking van diverse jungleplanten is, van welke 2 van de 300 soorten lianen je het sap probleemloos kunt drinken, en welk hout van welke bomen voor welke toepassing het meest geschikt is. Alsje ziet hoe majestueus de boom is waar ze triplex van maken, schaam je je met terugwerkende kracht voor het figuurzaaggepruts op debasisschool. Een hardhout-boom brengt meer op, zo´n 7.000 a 10.000 US $. Gewapend met een kettingzaag verdien je dus in een kwartier waar een goudzoeker 3 maanden zoet mee is. Geen wonder dat deze bomen hier alleen nog maar staan omdat het een beschermd gebied is.

Tussen de middags zonder succes op pirañha en meerval gevist in een zij-armpje van de Madre de Dios, dus ´s avonds weer kip op het menu. ´s Middags is het programma leeg en moet ik mijzelf vermaken. Ik mag onder geen beding alleen de jungle in. Na een half uurtje zwemmen had ik dat ook wel gezien. Maar in de hangmatten aan de oever blijkt het goed vertoeven met zicht op de rivier die traag door oneindig laagland stroomt.Alex probeert ons ´s avonds een Australisch kaartspelletje te leren maar de cocktails op basis van Pisco (Peru´s nationale trots, soort arak) missen hun uitwerking niet geheel.

De volgende ochtend weer vroeg op 'expeditie'. Eerst een stukje motorbootvaren, dan lopen, dan kanoen op een kreek, vervolgens over een pad van planken op palen een moeras doorkruist om te eindigen in een boomhut op 30m hoogte. 'Zeg Stein, hij zal toch niet door dezelfde timmerman gebouwd zijn als die plankieren boven het moeras waar je net doorheen zakte?' 'Zijn dat nou mieren of toch termieten hier op die wenteltrap?'

Op de terugweglopen we 2 uur onder onze poncho´s in de regen.Met zo´n druipende ponchocapuchon ga je vanzelf wat metgebogen hoofd lopen, dat is in de jungle niet handig als je 1 meter 55 lange gidszijn manchette hanteert als iets hem in de weg hangt... Ach naast al die muggenbulten kun dit er nog wel bij.

Als we weer terug bij de Madre de Dios zijn, blijkt wat zo´n regenbui veroorzaakt: het water staat zeker een meter hoger, stroom 2 keer zo snel en het meest opvallend: overal zie je takken en bomen op de stroom meedrijven. Het moet stroomopwaarts flink tekeer gegaan zijn.

Als we de volgende ochtend via de rivier tegen de stroom in weer naar het vliegveld gebracht worden, moet de schipper door al het drijfhoutflink laveren en dan nog af en toe razendsnel zijn motor uit het water tillen om zijn schroef te sparen.

Via Cusco en Lima vlieg ik naar Trujillo en vandaar naar het badplaatsje Huanchaco, vlak boven Trujillo. Waar woestijn en Pacific elkaar raken, groeit in brak water een stevig soort riet. Eeuwen geleden bundelden mensen dat riet tot een soort bootjes/surfplanken waar je op kunt zitten met aan iedere kant een been in het water. Ideaal platform om vanaf te vissen. En zo gebeurt het vandaag nog steeds. Naast de visserij moet Huanchaco het vooral van het toerisme hebben, met name Peruanen die het strand bevolken en wat buitenlandse toeristen die op de golven afkomen om te surfen.

Ik overnacht in CasaSuisse niet nadat de Franse eigenaar mij heeft overtuigd van de kwaliteit van zijn Argentijnse wijnaankopen en zijn nieuwe pizzarecept. Nee, van betalen is geen sprake. 'Zjoe ars my guest zjoe zie, my guinnea pig fors my cookings'. Nou vraag ik me af of Guinea Pig van een kok in Peru wel zo´n prettige rol is. Die lui hier eten immers cavia´s...

Reacties

Reacties

Gerda en Jan

Hoi Jasper,
vanuit een donker, mistig en koud Dronten wensen we jou een gelukkig en gezond 2009! We genieten van je reisverslag, wat een natuur! geen idee dat Peru zo'n mooi land is en geweldig dat we dankzij dit medium een beetje kunnen meeleven met je wederwaardigheden. Take care en goeie reis! groeten van Jan en Gerda

Nonya en Dushi

Hoi oom Japser, een gelukkig 2009! Wij zijn het met Matthijs eens hoor, geen caviatjes eten!!!

Joyce

Hey Globetrotter!! een onwijs goed 2009 gewenst vanuit een heel koud en glad nieuwkoop.

Kus

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!